Op Daniel Eatock’s website staan meer dan 20 verschillende versies van zijn biografie. Ze zijn slim, grappig en intrigerend en belichten allemaal een ander facet van zijn werk. In plaats van te proberen ze allemaal te plagiëren om zo het hele verhaal te vertellen, heb ik besloten om de kortste versie over te nemen. Die is geschreven door Tim Milne voor de Britse website Container: Daniel Eatock is bekend om zijn onderzoek naar de spitsvondige en conceptuele ironie in alledaagse voorwerpen en situaties. Hij bedenkt systemen, sjablonen en mogelijkheden voor samenwerking en nodigt deelnemers uit om het resultaat van zijn werk vorm te geven en te participeren in de creatie. Hij omarmt contradicties en dilemma’s en gaat op zoek naar paradoxen, toeval, lussen, onmogelijkheden en oxymorons. Hij houdt ervan om het gevoel op te roepen dat je achterover valt. Daniel is aan het Royal College of Art opgeleid als grafisch ontwerper, maar is tegenwoordig een gevestigd kunstenaar die wereldwijd exposeert en een trouwe aanhang heeft.
Daniel Eatock beleefde voor het eerst plezier aan papier op tienjarige leeftijd. Zijn vader, een ontwerper, gaf hem grote hoeveelheden papier en liet hem spelen met zijn viltstiften. De jongen hield van tekenen, maar hij vond het nog leuker om te zien hoe de gekleurde inkt door de papierlagen trok en overal vlekken achterliet. Hij was vooral geboeid door de tekeningen die verschenen op het tweede, derde en zelfs vierde vel papier. Hoe verder weg van de bovenste laag, des te abstracter de tekeningen. Hoe langzamer hij tekende, des te interessanter de resultaten.
Nu is Eatock vooral bekend om zijn “pen prints”: mooie composities van gekleurde stippen of vlekken, gemaakt met markerpennen die op hun achterkant staan met de punt omhoog. Een vel papier wordt zorgvuldig op het bed van viltpunten geplaatst. Het papier absorbeert de kleuren door ze omhoog te zuigen zoals haarvaatjes. Ook beroemd zijn Eatock’s “Hand Drawn Circles” die hij creëert tijdens meditatie-oefeningen en die ingaan tegen het idee van perfectie. Sommige cirkels zijn beter getekend dan andere, maar ze zijn allemaal uitingen van zijn fascinatie voor “excentrieke” conceptuele gebaren.
Deze en nog vele andere experimenten zijn terug te vinden op eatock.com. Van hoe je je iPhone kunt gebruiken om je handpalm te fotograferen tot alternatieve ontwerpen voor ansichtkaarten of instructies voor de beste manier om een spuitbus met zijn eigen inhoud te bespuiten. Eatock toont een grote nieuwsgierigheid voor alle aspecten van design en slaagt er altijd in om conventionele verwachtingen te ontregelen met een of andere lichtvoetige visuele ingreep.
Véronique Vienne
Véronique Vienne:
Welke plaats neemt papier in binnen uw beroep als grafisch ontwerper?
Daniel Eatock:
Ik ben opgeleid als grafisch ontwerper maar zo beschouw ik mijzelf niet. Dat is omdat het woord ”grafisch” suggereert dat het om beeld gaat en ik houd me niet zo met beelden bezig. Ik concentreer me veel meer op concepten.
Toch vertaalt u uw concepten in vormen – en die vormen zijn vaak gemaakt van papier.
Voor de meeste grafisch ontwerpers is papier een oppervlak waarop je woorden en beelden kunt drukken. Maar voor mij is papier nooit een medium geweest voor grafisch beeld. Zelfs als student zag ik papier als een object en wel met zes kanten: voorzijde, achterzijde en vier zijkanten.
Tegenwoordig gebruik ik papier als materiaal en hoe dikker het papier is, des te duidelijker is de materialiteit. Ik leg zelfs vellen op elkaar om stapels te maken. Dat principe gebruik ik om mijn viltstiftontwerpen te maken. Ik kijk naar de manier waarop de inkt van de stiften doordringt in de verschillende papierlagen. Ik beschouw de bovenste laag niet als het origineel, integendeel. Ik ben gefascineerd door wat er gebeurt als de inkt in de volgende vier of vijf lagen trekt.
Hoe zou u de “materialiteit” van papier omschrijven?
Wat ik aantrekkelijk vind aan papier is dat het zo’n nederig materiaal is. Dat is een kwaliteit die ik al mijn hele leven waardeer. Papier is alomtegenwoordig, beschikbaar, betaalbaar en generiek. Ik ben gefascineerd door de alledaagsheid ervan. Een blanco vel papier heeft een oneindig potentieel – je kunt er zo veel dingen mee doen: schrijven, tekenen, schilderen, vouwen, snijden, etc.
Bovendien is papier vergevingsgezind. Papier frustreert mij niet, computers wel. Het scherm, de interface... die zijn beperkt en ik weet niet altijd goed hoe ik ermee moet werken. Met digitale instrumenten stuit ik snel op mijn eigen beperkingen, terwijl ik met papier kan experimenteren zoals ik dat wil.
Probeert u te zeggen dat de nederigheid van papier, de niet-pretentieuze kwaliteiten en de bescheiden aanwezigheid nu juist de kwaliteiten zijn die het voor u waardevol maken?
Wat ik probeer te zeggen is dat wat je met papier doet, het naar een ander niveau tilt. Je kunt het meest gewone papier transformeren tot iets subliems door één van de conceptuele dimensies ervan tot uitdrukking te brengen.
De dingen die ik maak zijn altijd conceptuele objecten. En toevallig zijn veel van die conceptuele objecten gemaakt van papier. In die zin – en ook alleen in die zin – is papier een verlengstuk van mijn manier van werken.
Welke andere conceptuele objecten maakt u van papier?
Ik maak iets wat “one-minute circles” wordt genoemd. Ik teken cirkels met de losse hand, met mijn pen die beweegt met de snelheid van de secondewijzer, zonder van het papier los te komen. Ik maak ook “60-minute circles”. Dat is veel meditatiever! Dat betekent dat mijn hand niet sneller over het papieroppervlak beweegt dan de minuten wegtikken op een klok.
Als ik workshops of performances geef in musea of galeries, werf ik deelnemers om met de hand grotere cirkels te tekenen. Het is me uiteindelijk gelukt 60 mensen rondom een vel papier te plaatsen om in één minuut een “one-hour circle” te tekenen – of een “one-minute circle” in één seconde. In beide gevallen worden de cirkels simultaan in 60 stukjes getekend.
Titel - Untitled
Designer - Daniel Eatock
U creëert ook heel wat projecten met kaarten: ansichtkaarten, wenskaarten en visitekaartjes. Hoe passen die in uw werk?
Ik houd van boeken, maar een boek drukken is duur terwijl een kaart in een oplage van 100 exemplaren bijna niets kost. Vroeger drukte ik die kaarten in de marge van projecten van anderen, op de papierresten die normaal gesproken worden weggegooid. Dan overlegde ik met de drukker en mocht ik de randen gebruiken voor mijn kaarten. Maar die marges waren meestal klein, vandaar het formaat van mijn kleine edities!
Verzamelen mensen uw kaarten zoals ze ook posters zouden verzamelen?
Ik moedig mensen niet aan om te verzamelen wat ik maak. Ik weiger dingen te doen die extra rommel opleveren. Hoewel papier in overvloed beschikbaar is, moeten we er op een bewuste manier gebruik van maken. We moeten geen dingen drukken die niet noodzakelijk zijn.
Bedoelt u dat kaarten minder verspillend zijn dan affiches?
Waar het mij om gaat is de conceptuele dimensie van een project. In de regel houd ik ervan objecten te creëren die alleen bestaan in hun eigen vorm. Wat dat betreft zijn sommige van mijn kaarten een dilemma, want steeds meer mensen sturen uitnodigingen per e-mail. Als een wenskaart of een uitnodiging door een digitaal bestand kan worden vervangen, wil ik ze niet meer drukken.
Anderzijds maak ik nog steeds ansichtkaarten omdat ze een voor- en achterzijde hebben (en vier zijkanten) en de ervaring om ze van twee kanten te bekijken, is digitaal niet na te evenaren.
Dus u verzamelt geen werk van anderen...
Ik ben geen verzamelaar. Als mensen mij kaarten sturen, dan bewaar ik ze niet. Ik houd niet van veel spullen om me heen. Zo stuur ik ook geen kaarten aan mensen die ze verzamelen. Zoals ik al zei, ik houd meer van concepten dan van beelden. Eens je eenmaal een concept snapt, dan hoef je het niet in je bezit te houden. Dat is het mooie ervan.
Het viel me op dat u ook boeken graag verandert in concepten.
Ja, ik ben geïnteresseerd in aspecten van boeken die andere mensen geneigd zijn te negeren, het papiergewicht bijvoorbeeld. Ik heb een kleine installatie met zware boeken die zo op een dunne plank zijn geplaatst dat de plank doorbuigt, maar aan de bovenkant staan de boeken op één lijn.
In een ander experiment heb ik elke pagina van de Concise Oxford English Dictionary gefotokopieerd om een stapel te maken van meer dan 1500 bladzijden. De kopieën zijn waardevoller dan het origineel door de tijd en het geld die erin zijn geïnvesteerd. De hoogte van de stapel kopieën (ongeveer drie keer de dikte van het boek) maakt de hoeveelheid informatie tastbaarder en gewichtiger, zowel fysiek als conceptueel.
Ik heb een keer met 20 delen van de Oxford Dictionary een grote cirkel gecreëerd van staande boeken met de banden een beetje geopend en de omslagen rakend aan de omslagen van de boeken ernaast. Op een bepaalde manier was het een perfecte cirkel, gevormd door elk woord en elke definitie van de Engelse taal.
Een paar jaar terug heb ik een fotoboek ontworpen met foto’s waarop de horizon verdwijnt in de vouw in het midden. Dat dwingt de lezers de band te kraken om het hele beeld te zien, waardoor ze een morfologische verandering teweeg brengen van het hele boek.
Hoe zit het met de manier waarop u stickers hergebruikt door ze los te trekken en opnieuw op andere oppervlakken aan te brengen?
Ik begrijp waar je naar toe wilt! Jij verbindt die projecten omdat het in beide gevallen om papier gaat, maar eigenlijk hebben ze niets met elkaar te maken. Of in ieder geval is papier niet de verbindende factor. Ik werk bijvoorbeeld met boeken, maar niet omdat ze van papier zijn gemaakt. Dat is niet de reden waarom ik ze interessant vind. Het gaat om het “ding” dat ze zijn.
Ik sta erom bekend dat ik boeken gebruik als betaalmiddel. Ik ruil ze als alternatief voor geld. Op die manier ben ik aan behoorlijk wat van mijn favoriete boeken gekomen. Ik vraag nooit om dure boeken, maar om specifieke boeken die ik graag wil lezen.
Ik word overspoeld door verzoeken om interviews. Meestal spendeer ik meer tijd aan het antwoorden dan de aanvragers aan het schrijven van hun e-mail. Door ze te vragen om mij in ruil een boek te geven, zorg ik dat de mensen afvallen die geen oprechte motieven hebben. Bovendien is het veel prettiger om boeken te bezitten die je hebt gekregen, dan die je hebt gekocht. En als ik er één opensla, herinner ik mij wat ik heb gedaan of gemaakt om het te krijgen. Het heeft een achtergrondverhaal.
Wat kan ik aan u geven in ruil voor dit interview?
Het mooiste conceptuele boek dat ooit is gemaakt en bovendien op een perfecte manier van papier gebruik maakt: Every Building on the Sunset Strip van Edward Rusha (1966).