Openingstijden (8u-17u30)

Sonnoli-400x750.jpg

Leonardo Sonnoli

Italië

“Als iets op papier is gedrukt, dan heb je eerder het gevoel dat de boodschap van jou is.” 

Leonardo Sonnoli werd in 1962 in Triëst geboren. Als partner van de Tassinari/Vetta studio met vestigingen in Triëst en Rimini, houdt hij zich vooral bezig met de visuele identiteit van publieke instellingen en bedrijven. Hij heeft onder andere gewerkt voor de Biënnale van Venetië, Château de Versailles, Centre Pompidou, de Palazzo Grassi-François Pinault Foundation, het Museum voor Moderne Kunst in Rovereto, de Giulio Iacchetti Studio, Superintendence for Archaeological Heritage van Rome, de New York Times, de SNCF (Franse spoorwegen), Artissima (Internationale Beurs voor Hedendaagse Kunst in Turijn) en de meubelfirma Zanotta. Hij heeft lesgegeven aan de Rhode Island School of Design (VS) en aan de IUAV in Venetië; momenteel geeft hij les aan de ISIA in Urbino en verzorgt hij regelmatig workshops en lezingen over zijn werk in Italië en daarbuiten. Sinds 2000 is hij lid van de AGI (Alliance Graphique Internationale). Zijn ontwerpen bevinden zich in vele internationale publieke collecties en hij ontving prestigieuze prijzen, zoals de Rodchenko Prijs 2008, de zilveren medaille van de Triënnale in Toyama (Japan), de eerste prijs van de Biënnale van Hangzhou (China), de Merit Award van de Art Directors Club New York en in 2011 de Compasso d’Oro. Hij werkt voor het zakelijke dagblad Il Sole 24 Ore. Sonnoli woont al twintig jaar met zijn gezin in Rimini.

Het concept “meta-design” lijkt speciaal uitgevonden om het werk van Leonardo Sonnoli te omschrijven. Zijn ontwerpen zijn niet alleen conceptueel, ze zijn de abstractie van een concept. In de praktijk betekent het dat hij verder gaat dan wat voor de hand ligt, om zo een visie op het werk zelf uit te drukken. Anders gezegd: als je een affiche van Sonnoli bekijkt, voel je je iets intelligenter dan een minuut daarvoor. Dat is een heerlijk gevoel!   

Sonnoli verandert drukwerk in een interactief medium met stilstaande beelden die altijd een element van verrassing in zich hebben: onverwachte lettervormen, een ongebruikelijke grafische aanpak of een verrassend gevoel voor schaal. Het papieroppervlak waarop zijn werk is gedrukt, wordt een dynamische omgeving voor de boodschap. “Als je op papier communiceert, geef je je lezers iets om over na te denken.”     

Zijn ontwerp kent vaak abstracte typografische vormen die op het eerste gezicht wellicht moeilijk te ontcijferen zijn, maar die uiteindelijk perfect leesbaar blijken. De manier waarop hij op zijn website zijn naam spelt, met de medeklinkers boven (Lnrd Snnl) en de klinkers onder (eoao ooi), suggereert het ritme van de Italiaanse uitspraak. Voor hem zijn woorden levend: van zijn oversized gepixelde krabbels op een recente posterserie voor Palazzo Grassi in Venetië tot zijn speelse kaleidoscopische typografie voor de kunstbeurs Artissima in Turijn.    

Sonnoli heeft een voorkeur voor zwarte typografie.  Kleur gebruikt hij nauwelijks, alleen pastel voor zijn achtergronden. De inktkwaliteit van zijn lettervormen is zo opmerkelijk (vaak zwart over zwart), dat hij erkenning verdient voor het terugbrengen van grafiet (koolstofvorm verwant aan diamant) binnen het grafisch ontwerp.  

 

Notebook_Sonnoli_FR.jpg

Interview

Véronique Vienne:

U gebruikt papier alsof het wit marmer is: uw typografie lijkt eerder “uitgehakt” dan gedrukt. Bent u beïnvloed door in steen gegrifte Romeinse tekens?

Leonardo Sonnoli:

Natuurlijk, ik ben Italiaan en ik woon in Rimini, op een paar passen van een monument met fraaie Romeinse inscripties. Maar mijn achtergrond kent niet alleen Romeinse invloeden. In Rimini staat een bibliotheek met een enorme collectie gedrukte boeken uit de 16de eeuw. Je kunt dus zeggen dat de Renaissance typografie ook een invloed is. Maar eigenlijk zijn het de avant-gardisten van de 20ste eeuw die de grootste impact op mijn werk hebben gehad. Dat komt doordat ik ben geboren in Triëst, een stad aan de Adriatische Zee, vlak bij Slovenië, een regio waar Latijnse, Slavische en Germaanse culturen botsen. Ooit was Triëst een deel van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Het was toen een artistiek centrum, vergelijkbaar met Wenen, Praag en Boedapest. Daar bloeiden een groot aantal avant-garde grafische kunstbewegingen, van de Weense Secession tot de Futuristen. 

U bent erin geslaagd om al deze typografische stromingen te vertalen in een zeer coherente persoonlijke stijl. Hoe doet u dat?

Niets wat ik doe is decoratief of gratuit. Ik focus altijd op de boodschap. Er is mij is een keer gevraagd een affiche te ontwerpen voor een internationale affiche-expositie in China, maar er was geen centraal thema. Toen besloot ik de afwezigheid van een idee als uitgangspunt te nemen en ik ontwierp een typografische affiche die dit gebrek aan inhoud accentueerde. Ik stanste het woord ‘emptypeness’ uit een vel wit papier, als kritisch gebaar om de zinloosheid te bespotten van de poging iets te zeggen als je niets te zeggen hebt.    

U heeft “empty” en “type” samengevoegd en het suffix “ness” toegevoegd om een toestand aan te geven die u betreurt: design zonder boodschap?   

Ja, de affiche was kaal, leeg, betekenisloos, behalve de korte tekst die mijn bedoeling uitlegde.   

Over het algemeen is er heel weinig kleur in uw werk. Is dat omdat u vindt dat kleuren afleiden van de puurheid van de typografie? 

Ik heb ondervonden dat als iets in zwart-wit werkt, het meestal effectief is. En omdat ik in mijn ontwerpen vooral letters gebruik, doet kleur er voor mij niet toe: het is als met inkt op papier schrijven. Maar in Italië wordt zwart beschouwd als een “droevige” kleur, dus om mijn keuze te verdedigen, moet ik veel discussies voeren met “sponsors” of “opdrachtgevers” (ik houd niet van het woord “klant” als aanduiding voor mensen die naar mij komen voor mijn expertise en diensten).   

U bent een minimalist als het om kleuren gaat, maar u experimenteert daarentegen wel met heel veel verschillende druktechnieken…

Als ze maar niet alleen decoratief zijn, maar een functie hebben, dan sta ik open voor alle soorten coatings, vernissen, metallic inktsoorten, cutouts, etc. Ik zoek altijd naar de meest economische manier om een paar hoofdelementen op de pagina te benadrukken, zonder extra afleiding te creëren. Goed gekozen afwerkingen kunnen de totale compositie zelfs minder warrig maken.

En hoe zit het met het papier zelf? Heeft u een favoriete soort?

Ik heb liever papier dat licht absorbeert, dan papier dat reflecteert. Ik geef dus de voorkeur aan ongestreken papier of gestreken papier met hoge opaciteit. Maar uiteraard hangt de keuze af van de functie van het eindproduct. Sommige boeken hebben fotografisch gestreken papier nodig, maar vaak gebruik ik ondoorschijnend ongestreken papier – dan vernis ik alleen de foto’s. Dat voorkomt schittering op de rest van de pagina: glanzende oppervlakken versterken foto’s, maar maken het minder prettig om tekst te lezen. Is er veel tekst, dan kies ik een natuurlijke papiersoort, niet te wit, zodat lezen niet te vermoeiend is voor de ogen.   

SonnoliTitel - Unusual points of view of the letter A
Designer - Leonardo Sonnoli
Publicatiedatum - 2015

Ontwerpt u soms voor beeldschermen?

Zoals iedereen tegenwoordig, gebruik ik digitale technologie, maar voor mij is de computer een instrument om te visualiseren, geen doel op zich. Vaak maak ik animaties om alle dimensies te onderzoeken van lettervormen die ik ontwerp. Ze worden interessanter als ik ze vanuit ongebruikelijke hoeken bekijk. Maar ben ik klaar met spelen, dan kies ik tenslotte maar een paar  schermafbeeldingen uit al het bewegend beeld.  

Ik geloof dat als je echt iets probeert te communiceren, dat papier dan beter is. Als je iets op papier leest, is het makkelijker om het gevoel te hebben dat de boodschap voor jou is. Een boodschap op een scherm lijkt eerder publiek eigendom.   

Maar affiches worden ontworpen voor de publieke ruimte! 

Inderdaad, je kunt niet generaliseren. Niet alle objecten van papier zijn hetzelfde. Er zijn specifieke regels die van toepassing zijn op een bepaald soort papier, maar totaal onbruikbaar  voor andere soorten.  

Zo moet voor affiches de informatie worden vormgegeven als een ‘plattegrond’, met een strenge visuele hiërarchie die sommige delen benadrukt en andere minimaliseert. Maar het ordenen van informatie in boeken moet aan hele andere regels voldoen: die hiërarchie wordt niet in een layout geordend, maar als een opeenvolging van pagina’s. Je hebt te maken met twee, drie of zelfs vier dimensies. Ook de tijd die het kost om een pagina om te slaan, is cruciaal. 

Een ander belangrijk verschil tussen affiches en boeken is de afstand waarop je ze bekijkt. Affiches moeten van veraf worden bekeken, dus ze moeten naar je “schreeuwen”, terwijl boeken intieme objecten zijn die grafisch veel minder “luid” zijn.   

Van welke soort boeken houdt u?

Sommige van mijn favoriete boeken zijn niet alleen visueel, maar ook melodisch – ze maken geluid. Een beroemd voorbeeld is Keith Godard’s “Sounds”, gemaakt van verschillende soorten papier, sommige broos, andere zeer stevig. Bij het omslaan van pagina’s maakt het boek intrigerende geluiden. Maar het is niet altijd mogelijk papier te gebruiken om de kwaliteit van het geluid! De dunste papiersoorten maken het meeste geluid, maar zijn fragiel en de inktabsorbtie is niet gelijkmatig. Voor mij staat leesbaarheid van tekst en beeld voorop, dus ik gebruik zelden doorschijnende of lichte soorten, zelfs al is het papiergevoel of het geluid onweerstaanbaar.    

De meeste mensen kennen van uw affiches alleen de beeldschermversie. Stoort u dat?  

Naar mijn mening bieden zowel de analoge als de digitale versie een waardevolle ervaring. Papier en beeldscherm zijn twee verschillende vormen van communicatie. Er hoeft geen concurrentie te zijn.   Maar om te zorgen dat affiches er op papier net zo goed uitzien als op jouw scherm, moet je druktesten doen. En niet voor niets maak je  proefdrukken op hetzelfde papier als waarop je uiteindelijk gaat drukken. Het is beter om papier te kiezen voordat je gaat ontwerpen en de helderheid van het scherm aan te passen aan het papier, dan andersom.  

Maar let op: voor een zeer goed resultaat is de papierkwaliteit bijna altijd net zo belangrijk als de kwaliteit van het ontwerp.